Nordsee Nassbagger- und Tiefbau, een dochter van Deme, gaat de komende twee jaar samen met Van Oord de vaargeul van de Elbe onderhouden.

Het Elbe-contract tussen Hamburg en de zeemond betreft een traject van 116 kilometer en is toegewezen aan een joint venture van de twee partijen. Voor het werk wordt de sleephopperzuiger 'Marieke' ingezet. Dat schip begint zodra het de havenuitbreiding van het nabije Cuxhaven heeft voltooid.

Aangezien Nordsee Nassbagger- und Tiefbau ook instaat voor het tweejarige onderhoudsbaggercontract op de Weser, om de vaardiepte naar Bremerhaven te handhaven, onderhoudt Deme nu de vaargeulen naar de twee grootste containerhavens in Duitsland.

Ook in Frankrijk sleepte Deme verschillende nieuwe contracten in de wacht. In de havens van Calais en Boulogne-sur-Mer zal het Franse dochterbedrijf Société de Dragage International (SDI) onderhoudsbaggerwerken uitvoeren. In de haven van Brest zal SDI meebouwen aan een nieuwe, 400 meter lange kademuur en een 100 meter breed platform als onderdeel van de nieuwe haventerminal voor zware ladingen. In Bordeaux zal Deme instaan voor een baggercampagne met waterinjectie op de Gironde, nodig om de toegang tot de haven te handhaven.

In Spanje ondertekende Deme een contract voor baggerwerken in de haven van Barcelona voor de bouw van een nieuwe kaaimuur. Deze werken gaan in mei 2017 van start. De gezamenlijke waarde van de recente contracten bedraagt circa 115 miljoen euro.

De eerder door P&O Ferries aangekondigde volcontainerdienst tussen Zeebrugge en Hull gaat op 3 mei van start.

Het debuut van P&O in lift on-lift off is een verbinding met drie afvaarten per week in beide richtingen. Hiervoor heeft P&O bij het Nederlandse Holwerda de 'MS Elisabeth' gecharterd, een 118 meter lang schip met een capaciteit van 5.000 ton. In Hull moet de behandeling in de binnenhaven plaatsvinden, achter de sluis tussen de Humber en de dokken. De beperkte afmetingen van de sluis beperken ook die van de ingezette schepen.

De afmetingen waren niet de enige reden voor de keuze van de 'Elisabeth'. Het containerschip moet parallel varen met de passagiersschepen 'Pride of Bruges' en 'Pride of York', die recent een upgrade kregen. Die upgrade verbeterde vooral het passagierscomfort, maar vergrootte niet het vermogen van beide ferry's om vracht mee te nemen. Mede hiervoor is de parallelle containerdienst opgezet. 'Om een klokvaste dienst te kunnen aanbieden moesten we ook een snel schip inzetten', zegt project manager Geert Willem.

P&O ziet zowel de Britse economie als de bevolking groeien en verwacht dat de vraag om goederentransport van en naar Groot-Brittannië de komende jaren zal toenemen. Het bedrijf wil naast containers ook wissellaadbakken accepteren op de nieuwe dienst.

In Zeebrugge zal de 'Elisabeth' worden behandeld op de recent in gebruik genomen terminal Westerhoofd. Daar kunnen Noell-containerkranen van het verdwenen Container Handling Zeebrugge (CHZ) voor het laden en lossen instaan. Het havenbedrijf heeft twee van deze drie portaalkranen opgeknapt en stelt ze ter beschikking van P&O, dat er ook een terrein van 14 hectare in concessie kreeg.

De haven van Antwerpen heeft tijdens de eerste drie maanden van dit jaar 54.324.303 ton goederen behandeld. Dat is 1,5% meer dan tijdens dezelfde periode vorig jaar.

De verdere groei is vooral te danken aan de containertrafiek, een stijging van 2,0% in ton. Dit is zowel voor de totale maritieme overslag als voor de containers het beste eerste kwartaal ooit. Daarnaast was maart voor containers de beste maand die ooit werd geregistreerd in de Antwerpse haven.

'Het Havenbedrijf is tevreden met deze groeicijfers, zeker omdat we voor het eerste kwartaal al rekening moeten houden met acties van de loodsen. Gezien onze eerste jaarhelft vorig jaar sterker was dan de tweede jaarhelft, is het belangrijk vast te stellen dat de volumes in het containersegment gestaag blijven toenemen. Deze positieve tendens bevestigt de vraag naar extra containercapaciteit in het Antwerpse havengebied', aldus CEO Jacques Vandermeiren.

De containertrafiek steeg het eerste kwartaal met 2% en klokte af op 29.750.925 ton. Dit komt overeen met 2.480.932 behandelde teu (+0,7%). Het ro/ro-verkeer kende een flinke vooruitgang: +5,3% tot 1.219.314 ton. Het aantal behandelde auto’s steeg +2,8% tot 316.988 stuks. Het conventioneel stukgoed gaat er weer op vooruit in vergelijking met dezelfde periode van vorig jaar. Eind maart stond er een overslag van 2.583.590 ton in de tabellen, goed voor een stijging van 8,3%. Net als in 2016 is dat mee te danken aan de toegenomen behandeling van staal (+14,7% tot 2.093.071 ton). Protectionistische maatregelen resulteren niet in lagere volumes maar wel in het verschuiven van staaltrafiek.

De overslag van vloeibaar massagoed kende de eerste drie maanden van dit jaar een lichte daling van 1,2% tot 17.624.478 ton. Dit valt vooral toe te schrijven aan de aardoliederivaten (4,2%). Specifiek bij de aanvoer noteren we een forse daling als gevolg van fluctuaties binnen de trading-activiteiten.

De behandeling van droog massagoed klokte af op 3.145.995 ton, wat een mooie groei van 6,7% inhoudt ten opzichte van het eerste kwartaal van vorig jaar. Dit is vooral het gevolg van een hogere import van ertsen en kolen.

Er liepen de afgelopen drie maanden 3.505 zeeschepen (-0,8%) aan in Antwerpen. De bruto tonnenmaat van de schepen die Antwerpen aanliepen, steeg met 3,3% tot 99.701.892 BT.

Vlaams minister van mobiliteit Ben Weyts ontvangt aan het eind van de middag een delegatie van de loodsen aangesloten bij de socialistische vakbond. Die voerden de afgelopen dagen 'stiptheidsacties.'

Deze acties zijn na de aankondiging van het gesprek voorlopig stopgezet, maar ze bezorgden het scheepvaartverkeer van en naar Antwerpen tot en met maandagochtend heel wat vertraging. De ontevredenheid bij de werkgevers inb de haven neemt toe. Zelfs het Antwerpse havenbedrijf, dat zich gewoonlijk op de vlakte houdt in dergelijke discussies, uitte zijn ongenoegen.

Minister Weyts bereikte al eerder een akkoord met de christelijke, de liberale loodsenvakbond en met de onafhankelijke beroepsorganisatie BvL. Een groot deel van het probleem schuilt in de onderlinge territoriumdrang van de betrokken organisaties, terwijl de overheid streeft naar meer uniformiteit in het statuut van en de dienstverlening door de in totaal 340 loodsen. Die zijn in Vlaanderen, in tegenstelling tot Nederland, overheidsbeambten. Hun onderverdeling in zee-, kust-, rivier- en kanaalloodsen berust op historische tradities. Sommige loodsen verantwoorden de verschillen in statuut en bevoegdheden met de moeilijkheidsgraden van het werk.

Stephan Vanfraechem, algemeen directeur van ondernemersorganisatie Alfaport-Voka is scherp: 'Het is hallucinant dat kleine groep van amper enkele tientallen loodsen opnieuw naar acties grijpt om een dispuut uit te vechten. En dit zonder officieel te staken maar gewoon maximaal misbruik te maken van hun rechten. Opnieuw wordt een feitelijk monopolie misbruikt om de zin van een groep door te drijven.'

De Tomahawk-cruiseraketten die de Verenigde Staten gebruikten bij hun aanval op de luchtmachtbasis van Shayrat in Syrië werden wereldberoemd tijdens de Golfoorlog van 1991 in Irak. De kruisraketten bleken toen al op grote afstand uiterst nauwkeurig doelen te kunnen treffen. Sindsdien zijn ze niet meer weg te denken uit het Amerikaanse wapenarsenaal.

De 59 Tomahawks die donderdagnacht de basis van Shayrat troffen werden gelanceerd vanaf de USS Porter en de USS Ross, twee Amerikaanse oorlogsbodems die geposteerd zijn in het oosten van de Middellandse zee. De kruisraketten werden tegen 880 kilometer per uur en op extreem lage hoogte over zee naar hun doelwit geleid. Die hoge snelheid en lage vluchthoogte maakt Tomahawks moeilijk te detecteren door radarsystemen en amper te onderscheppen.

Tomahawks kunnen gelanceerd worden vanaf schepen of duikboten. De versie van de raket die donderdag werd gebruikt is 5,5 meter lang en weegt 1,3 ton. Ze kan een lading van 450 kilogram explosieven meenemen. De reikwijdte van de raket ligt, afhankelijk van het type, tussen de 1.250 en 2.500 kilometer.

De bestemming ligt bij lancering in principe vast, maar tijdens de vlucht kan de kruisraket nog worden afgeleid naar een reeks alternatieve doelen. De meest geavanceerde versie kan indien nodig ook langer in de lucht worden gehouden dan aanvankelijk gepland. Die techniek maakt het voor het legercommando mogelijk om de schade aan een doelwit eerst te evalueren en bijkomende raketten nog af te leiden naar een andere plek.

De Tomahawk werd ontwikkeld in de jaren tachtig en in 1991 voor het eerst met succes ingezet in de Golfoorlog in Irak. De raketten werden ook gebruikt bij Amerikaanse luchtaanvallen die in 1995 een einde hielpen maken aan de oorlog in Bosnië. Ook bij de Tweede Golfoorlog in 2003 en de interventie in Libië in 2011 werden Tomahawks gebruikt.

Voor de operatie van afgelopen nacht werden de Tomahawks voor het laatst gebruikt in oktober 2016. De VS vuurde toen vanaf oorlogsbodems in de Rode Zee verschillende raketten af op radarinstallaties in Jemen. Buiten de Amerikanen heeft enkel het Britse leger ook Tomahawks ter beschikking.

De kans dat de 22 vermiste opvarenden van bulkcarrier 'Stellar Daisy' nog levend worden teruggevonden is erg klein. Het schip zonk bijna een week geleden nadat het op zee in tweeën brak.

Het ongeval roept veel vragen op in de internationale redersgemeenschap. Secretaris-generaal Kitack Lim van de IMO heeft zijn medeleven uitgesproken. 'We leven altijd in de hoop dat een wonder kan geschieden', zegt hij.

Het is onduidelijk wat er precies is gebeurd, maar volgens twee Filipijnse opvarenden die uit een reddingsvlot zijn gered, brak het 366 meter lange schip op zee in tweeën. Dat verklaart volgens specialisten het hoge aantal slachtoffers, omdat het schip in zo'n geval snel kan zinken.

De 'Stellar Daisy' was onderweg van Brazilië naar China en bevond zich ongeveer 2.500 kilometer van land toen het noodlot toesloeg. Volgens berichtgeving van Yonhap kreeg de eigenaar van het schip, de Zuid-Koreaanse rederij Polaris Shipping, op vrijdag 31 maart een tekstbericht van een opvarende die meldde dat het schip water innam. Daarop werd een reddingsmissie georganiseerd met behulp van de Braziliaanse en Uruguayaanse marine en reddingsdiensten.

De zoektocht duurt nog steeds voort, de Braziliaanse luchtmacht zoekt onder andere met vliegtuigen het gebied af, maar tot dusver zijn er alleen brokstukken zoals reddingsboten en andere scheepsonderdelen aangetroffen.

Polaris Shipping krijgt ondertussen felle kritiek te verduren. De rederij wordt verweten te laat te hebben gehandeld; er zou pas 12 uur na de melding actie zijn ondernomen. Ook weigert het bedrijf om de media te woord te staan. De enige uitlating over het ongeval is vooralsnog een bericht op de website waarin de rederij zijn medeleven betuigt en meldt dat er grootschalige reddingsacties op touw zijn gezet.

Ook Vale, de eigenaar van de 260.000 ijzererts aan boord, weerhoudt zich van commentaar. Wel heeft het bedrijf aan Reuters laten weten dat de lading verzekerd is.

Er wordt ondertussen druk gespeculeerd over wat er die vrijdagnacht is gebeurd. Sommigen wijzen erop dat het schip oorspronkelijk was gebouwd als een enkelwandige olietanker die in 2009 is omgebouwd tot bulkcarrier, en dat het schip niet was gebouwd voor degelijke ladingen. Sommige verzekeraars achten dat niet als waarschijnlijke oorzaak, omdat een ombouw onderhevig is aan classificering en inspecties. Splash 24/7 bericht dat tijdens een inspectie in China zes weken geleden zes 'tekortkomingen' zijn geconstateerd, maar dat het schip wel koers mocht zetten naar Brazilië.

Een andere mogelijkheid is dat de lading ijzererts vloeibaar is geworden. Dat kan ernstige gevolgen hebben voor de stabiliteit van een schip hebben en kapseizen veroorzaken. In 2009 en 2010 vond een serie van ongevallen plaats waarin het vloeibaar worden van de lading als oorzaak werd gezien. Ook toen ging dat gepaard met het verlies van levens. 'In 2009 zonken twee bulkcarriers, de 'Asian Forest' en de 'Black Rose', terwijl zij ijzererts vervoerden tijdens het moesonseizoen. De Indian Directorate General of Shipping (DGS), die de ongevallen onderzocht, concludeerde dat het vloeibaar worden van de lading door de hoge luchtvochtigheid oorzaak voor de ongevallen was', schrijft maritiem verzekeraar Standard Club in dit rapport. In datzelfde rapport wordt deze chemische reactie ook als oorzaak genoemd voor drie ongevallen in 2010, waarbij in totaal veertig opvarenden om het leven kwamen. Deze ongevallen gebeurden overigens allemaal nabij Indonesië en de Filipijnen. Lim verwacht dat er een grootschalig onderzoek zal worden gestart en spreekt de hoop dat de uitkomsten daarvan met de IMO gedeeld zullen worden. 'Zo dat we er in de toekomst alles aan kunnen doen om de kans op herhaling te verkleinen', aldus de secretaris-generaal.

Aan boord van het 14.000 teu grote containerschip 'MSC Daniela' heeft vannacht een hevige brand gewoed. Dat bevestigt de Zwitserse rederij.

Het schip was onderweg van Singapore naar Port Saïd toen er gisteren brand uitbrak in de boeg van het schip. Reddingsdiensten van de Indiase marine waren rond middernacht ter plaatse en zijn de hele nacht bezig geweest om de brand te blussen. Daarvoor werden onder andere sleepboten en een helikopter ingezet. De brand is vanochtend geblust.

De 22-koppige bemanning is ongedeerd. MSC is in overleg met lokale autoriteiten bezig om het schip veilig naar haven te loodsen voor inspectie. Op dit moment is nog niet duidelijk in hoeverre de lading is beschadigd. De rederij raadt klanten die lading aan boord van het schip hebben aan om contact op te nemen met hun lokale MSC-kantoor.

De 'MSC Daniela' vaart op de Dragon/AE20-service van 2M, een loop tussen het Verre Oosten en het Middellands Zeegebied.

Het Vlaamse Havenbedrijf Gent en het Nederlandse Zeeland Seaports kondigden op 7 november 2016 aan een fusie te verkennen. Er werd een onderzoeksperiode van zes maanden aangekondigd. Beide havenbedrijven willen hierbij uiterst zorgvuldig te werk gaan en nemen nog een maand extra de tijd. Tegen eind mei zal deze verkenning worden afgerond.

Het onderzoek verloopt de voorbije maanden voorspoedig en in een zeer goede en constructieve sfeer. Behoorlijk wat vragen zijn al beantwoord, diverse knopen werden ontward en voor belangrijke knelpunten werden oplossingen gevonden.

Een aantal onderwerpen vraagt echter nog om nadere uitwerking. Omdat beide havenbedrijven de nodige zorgvuldigheid aan de dag willen leggen in de fusieverkenning, gunnen ze zichzelf nog een maand extra om dit onderzoek uit te voeren. Omstreeks eind mei 2017 wensen ze de fusieverkenning tot een goed einde te brengen.

Tot dat moment wordt verder geen nieuws naar buiten gebracht.

De fusie, op gelijkwaardige basis, is een logisch gevolg van de ligging, de vergelijkbare omvang, de reeds lopende samenwerking (Nieuwe Sluis in Terneuzen, gezamenlijke scheepvaartbegeleiding, samen commerciële troeven van de regio promoten op beurzen en management van de haveninfrastructuur) en de strategische overlapping van beide havenbedrijven.

Voor de Belgische Noordzeekust rond Oostende is de afgelopen dagen voor miljoenen euro's aan cocaïne in drijvende tassen ontdekt.

De eerste tas werd afgelopen weekeinde in Oostende gesignaleerd maar intussen zijn volgens Belgische media al 25 sporttassen met de harddrug gevonden die soms aan elkaar vastgemaakt met tape in het water dreven.

De inhoud heeft een straatwaarde van 62,5 miljoen euro. De tassen, die zijn voorzien van een lege fles zodat ze blijven drijven, zouden volgens bronnen binnen justitie in België afkomstig zijn van een Zuid-Amerikaans schip dat onlangs afmeerde in Zeebrugge.

De bemanning van een Deens schip zag de eerste tas dit weekeinde in het water bij Oostende en sloeg alarm. De scheepvaartpolitie vond uiteindelijk de rest van de tassen. 'Een recordvangst', aldus een woordvoerder.

De cocaïne is waarschijnlijk van het dek van het Zuid-Amerikaanse schip gegooid. De kapitein zou zijn verhoord maar ontkent elke betrokkenheid. Wellicht moesten de tassen worden opgepikt door een kleiner schip.

Deze middag kwam de Engie Zeebrugge voor het eerst aan in Zeebrugge. Ze is de eerste in haar soort en heeft een capaciteit van 5000m³ LNG. Ze zal ingezet worden voor het bunkeren van de nieuwste generatie schepen die een dual fuel motor hebben die zowel op dieselolie als op LNG kan draaien. Engie Zeebrugge heeft een pompsnelheid van 600m³ per uur. Er is voorzienning voor haar om LNG te laden bij Fluxys.

BigRoll Shipping’s last module carrier in the series of four, built by the Chinese Cosco Dalian Shipyard is set to serve the Novatek-operated Yamal LNG project.

The vessel named BigRoll Beaufort will enter a short-term project with Yamgaz, the consortium of Technip, JGC Corporation and Chiyoda for module transportation as part of the 16.5 mtpa Yamal LNG project, BigRoll said on Thursday.

The company’s first two vessels in the series, the BigRoll Barentsz and the BigRoll Bering, have already been delivered last year and completed several voyages under the charter contract with Yamgaz.

The third module carrier, the BigRoll Baffin was delivered to the Dutch heavy marine transportation provider in November last year.

The Finnish-Swedish 1A Ice Class MC-Class vessels are designed for the marine transportation of major modules and equipment for large energy projects both on and offshore.

All vessels can operate in temperatures below 55 degrees centigrade and feature unobstructed decks for module transport.

Amsterdam-based shipping company Spliethoff has placed an order for six multipurpose vessels (MPVs) at the Zhejiang Ouhua Shipbuilding shipyard in China which are, inter alia, aimed at operating in the offshore wind market.

The vessels, with an overall length of 165 meters and deadweight of approximately 18.000 tonnes, will have a hold length of over 100 meters and will be equipped with heavy lift cranes. The accommodation, including the navigation bridge, is situated at the bow end of the vessel and ultra-long pieces of, for instance, wind turbine components, will be well-protected when carried on deck, according to Spliethoff.

The new R-Class vessels are also designed in accordance with the Polar Code and are therefore highly suitable to trade in remote areas such as the Arctic. Moreover, they will be optimized for fuel efficiency and equipped with scrubbers to reduce their environmental footprint as much as possible, the owner pointed out.

The first in the series of new vessel, named mv Raamgracht, is scheduled to be delivered in January 2019. After then, the remaining five vessels are expected to be delivered in regular intervals of two months. These will be named mv Realengracht, mv Reguliersgracht, mv Rijpgracht, mv Ringgracht and mv Rozengracht.

Russia will become the world’s biggest liquefied natural gas (LNG) producer, according to President Vladimir Putin.

Putin said this on Thursday during a video conference call with chief executives of Russia’s Novatek and France’s Total, the partners in the giant Yamal LNG export project.

“Russia, without any doubt, not only can, but will become the largest producer of liquefied natural gas in the world,” he told the chief executives.

Novatek and Total, along with Chinese partners CNPC and China’s Silk Road Fund, expect the first shipment from the $27 billion Yamal LNG project in October this year.

The LNG project in the Yamal peninsula in Siberia will have a total capacity of 16.5 million tonnes of LNG per year. This is Russia’s second LNG project along Gazprom’s Sakhalin LNG plant.

Novatek, the operator of the Yamal LNG project is also planning to build another project in the Gydan peninsula named Arctic LNG-2, that would have the same output as Yamal LNG.

In fact, Novatek’s head and co-owner, Leonid Mikhelson was quoted by Reuters as saying on Wednesday that natural gas resources in the Gydan and Yamal peninsulas could support the production of over 70 million tonnes of LNG per year.

This is comparable to LNG production in Qatar that is the largest exporter of the chilled fuel in the world and produces about 77 million tonnes per annum.

Jan De Nul Group has ordered three 3,500m³ trailing suction hopper dredgers from Keppel Singmarine.

The design of these vessels is based on the 3,400m³ TSHD Alvar Nuñez Cabeça de Vaca and Sebastiano Caboto, built in 2011, and successfully operating since.

The vessels combine a shallow draught with high manoeuvrability, making them very suitable for working in confined areas, Jan De Nul said.

The vessels are in diesel-electric execution: all major drives (thrusters, dredge pump, jet pumps etc) are electrically driven and controlled by means of frequency converters. In this way each system can operate at its optimal speed and power.

“Power is generated by means of three diesel generator sets; a control system automatically starts and stops the sets depending on the power requirement, and by means of asymmetric load sharing we ensure that the load is optimally distributed over the diesel generator sets. All these measures result in a low fuel oil consumption, which is the best in its class,” Jan De Nul said.

Exhaust gas treatment system

Thanks to the low fuel oil consumption emissions are lowered, but in addition the vessels are equipped with exhaust gas treatment systems in order to further reduce harmful emissions.

New vessels need to comply with IMO regulations for NOx emissions.

As the new dredgers will frequently operate in estuaries and on rivers, or near the coast, and therefore near residential areas, Jan De Nul Group decided to limit the NOx emissions to a level far below the actual requirements, and to reduce other contaminants that are currently not regulated by IMO.

The new vessels will operate with normally available fuel oil, and the exhaust gases are cleaned by means of a Selective Catalytic Reduction (SCR) system, and a Diesel Particulate Filter (DPF).

The SCR system lowers the amount of NOx in the exhaust to a level corresponding with the future European (EU Stage V) requirements for inland waterway vessels; this standard is much more stringent than the applicable IMO Tier II and Tier III requirement.

The DPF removes particulate matter from the exhaust, down to a level in accordance with the future EU Stage V requirement for inland waterway vessels.

Combined with the use of readily available low sulphur fuels, the emissions (NOx, SOx, Particulate Matter, CO and Hydrocarbons) will comply with EU Stage V, and be better than any other vessel or dredger, the company said.

TECHNICAL SPECIFICATIONS
Hopper capacity: 3,500m³
Deadweight: 5,500 tonnes
Length o.a.: 89.3m
Breadth: 22.0m
Max. dredging depth: 27.6m
Suction pipe diameter: 800mm
Speed: 11.3kn
Pump power (trailing): 1,250kW
Pump power (discharging): 3000kW
Propulsion power: 2x1100kW
Total installed diesel power: 5,510kW
Accommodation: 16 persons

Van Oord’s new trailing suction hopper dredger, the Vox Amalia, has been successfully launched at the LaNaval shipyard in Bilbao, Spain.

This vessel is the first of two new midsize hopper dredgers being built for the Dutch company.

According to Gerard Alkema, Project Manager Plant Design & Construction at Van Oord, the two vessels are designed for capital dredging, coastal works and dredging of trenches for pipe and cable routes for offshore installations such as wind farms.

“Van Oord will deploy the new hopper dredger to create new ports or enlarge existing ports for better access for container shipment,” said Mr Alkema.

The dredgers have a hopper volume of approximately 18,000 cubic meters and are equipped with two suction pipes with submerged e-driven dredge pumps, two shore discharge dredge pumps, and six bottom doors. Each vessel is 158 meters by 36 meters and can accommodate 38 persons.

Its twin, the Vox Alexia, will be completed early next year.

De haven van Zeebrugge heeft in Kopenhagen een strategische overeenkomst gesloten met de Haven van Hirtshals. De overeenkomst moet de relatie tussen de twee havens versterken en hopelijk ook voor meer trafiek zorgen.

Sedert vorig jaar is er een directe verbinding tussen Zeebrugge en Hirtshals, helemaal in het noorden van Denemarken. De verbinding versterkte de rol van Zeebrugge als Scandaniviëhub. Zeebrugge heeft alles samen 16 diensten naar Denemarken, Finland, Noorwegen en Zweden. Havenbaas Joachim Coens hoopt dat dankzij de overeenkomst, de vrachtstroom tussen de havens verbetert en de lading vergroot.

Na 2 jaar renovatie keerde de driemaster Mercator vandaag terug naar haar vaste ligplaats in de Mercator jachthaven t.h.v. het Stadhuis in Oostende.

Het museumschip ligt normaal tussen het station en het stadhuis. Het is een beschermd monument en wellicht het bekendste schip van België, met elk jaar vele duizenden bezoekers.

Ze werd opgeleverd in 1932 door de Schotse scheepswerf Ramage and Ferguson en kwam in dienst als opleidingsschip voor de koopvaardijvloot. Behalve een schoolschip, was de Mercator varende ambassadeur op wereldtentoonstellingen en plechtigheden en nam deel aan races, waarvan het de race Oslo-Oostende won.

Sinds 1961 is het schip ingericht als museumschip, en vanaf 1964, naar aanleiding van de feestelijkheden rond 1000 jaar Oostende, ligt het in de jachthaven voor het stadhuis van Oostende. Het schip maakt dan nog enkele trips, o.a. naar Antwerpen, de eigenlijke thuishaven, maar ligt sinds 1965 bijna ononderbroken in Oostende. Mercator werd door het Vlaams Gewest als beschermd monument verklaard op 24 september 1996 en volledig gerestaureerd tussen 1999 en 2000.

Het slepen van de Mercator van de werf naar haar ligplaats werd uitgevoerd door de 2 Belgische (marine) sleepboten A952 Wesp en A955 Mier. Beiden zijn voormalige stadssleepboten van de haven van Antwerpen en zijn tevens de laatste twee sleepboten uit die 60 reeks die nog niet gesloopt zijn.

DFDS versterkt zijn positie in de haven van Gent. Dit is het resultaat van de beslissingen om het aantal ro/ro-afvaarten voor vrachtvervoer tussen Gent en Göteborg te verhogen en om de verankering in het achterland te versterken door containers in een vast schema driemaal per week aan boord van binnenschepen in de richting van Antwerpen en Rotterdam te vervoeren. Het bedrijf maakte dit samen met het Havenbedrijf Gent op dinsdag 28 maart bekend tijdens het staatsbezoek van België aan het Deense Kopenhagen waar beide partijen een strategisch partnerschap ondertekenden.

Ro/roverkeer tussen Gent en Göteborg
Met drie zeeschepen verzorgt DFDS nu zes afvaarten per week op zijn vrachtroute tussen Gent en Göteborg. DFDS is heel verheugd om aan te kondigen dat tijdens de zomer van 2017 de ARK Germania als vierde schip wordt toegevoegd op deze route. Daardoor verhoogt het aantal wekelijkse afvaarten van zes naar acht om tegemoet te komen aan de groeiende nood aan capaciteit voor de klanten en als stimulans van de activiteiten in de haven van Gent.

In 2016 zorgde de lijn Gent-Göteborg (die ook 1 maal per week het Noorse Brevik aandoet) voor het transport van 2,1 miljoen ton goederen, het tweede hoogste volume ooit. Uitgedrukt in lijnmeter (de som van de lengte van alle opleggers en auto’s die in 2016 verscheept werden) was dit het beste jaar ooit met 1,8 miljoen.

Verbindingen via binnenschip en spoor
Daarnaast verruimt DFDS zijn activiteiten in de Gentse haven door voortaan met een vast schema van drie afvaarten per week containers te vervoeren op binnenschepen. Deze binnenschepen worden aan de multimodale terminal aan het Mercatordok geladen. Van hieruit ontstaat een regelmatige containerdienst met afvaarten op maandag, woensdag en vrijdag tussen Gent en de havens van Zeeland Seaports, Rotterdam en Antwerpen.

De multimodale terminal is eveneens voorzien van sporen die aansluiten op het Europese netwerk. Zo rijden er 10 toepassingsgerichte treinen per week met staal, truckcabines en gepalletiseerde goederen van en naar Frankrijk (Duinkerke, Mardic en Montaterre), Duitsland (Krefeld) en Zweden (Malmö, Umea en Halsberg). Daarnaast biedt DFDS ook driemaal per week een treinverbinding aan voor trailers naar Le Boulou aan de Spaanse grens. Na de zomer verhoogt de frequentie daarvan naar vijf.

Zweden
Het ro/roverkeer van DFDS zorgt ervoor dat Zweden jaar na jaar één van de belangrijkste handelspartners van de Gentse haven is. Het Havenbedrijf Gent zet graag zijn schouders onder de verdere verankering van een goede klant. Bovendien versterkt Gent zich hiermee als multimodale haven.

Op dinsdag 28 maart 2017 omstreeks 11 uur kreeg de haven van Gent voor het eerst bezoek van het zeecruiseschip ‘Astoria’. De ‘Astoria’ is het oudste nog varende cruiseschip ter wereld. Het Havenbedrijf Gent verwelkomde de kapitein en de opvarenden.

Het cruiseschip ligt afgemeerd aan de Rigakaai op de grens tussen de haven en de stad. Het komt via Amsterdam naar Gent en vaart dinsdag nog om 17.30 uur af naar Rouen. Er zijn 471 passagiers en 236 bemanningsleden aan boord.

Het cruiseschip ‘Astoria’ ging op 9 september 1946 in de vaart. Decennialang was het een lijnschip dat op regelmatige basis van de ene naar de andere haven passagiers verscheepte. Momenteel is het een zeecruiseschip en vaart het onder Portugese vlag.

De ‘Astoria’ is 160 meter lang, 21 meter breed en komt met een diepgang van 7,60 meter.

Extra info:
De Astoria is reeds te zien in onze foto gallerij onder haar oudere naam Athena.

Het schip de Seatrade Blue heeft haar maiden call gemaakt in Zeebrugge. Het schip vaart tussen Zeebrugge en Nieuw-Zeeland en Peru.

Nu was het schip geladen met containers die lamsvlees en ajuin naar Zeebrugge brachten. Later zullen er in Nieuw-Zeeland kiwi's, appels, ajuuin en vlees geladen worden en in Peru gaat het om bananen, asperges, mango's en koffie. Vanaf 27 april start het nieuwe kiwiseizoen in Zeebrugge.